Miniconferentie Nationaal Programma: “De vrijblijvendheid voorbij”
Deze zomer presenteert de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) Rabin Baldewsingh het eerste Nationaal Programma met daarin het kabinetsbeleid tegen discriminatie en racisme en de voorgestelde versterkingen daarop. Maandag 23 mei deelde Baldewsingh de hoofdlijnen van het programma met betrokken organisaties en personen tijdens een miniconferentie in Amersfoort, onder leiding van Bouchra Talidi. De eerste reacties zijn positief: “Eindelijk een gecoördineerde aanpak.”
Nederland is een tolerant land. Althans: dat is ons zelfbeeld, zei Baldewsingh bij de aftrap. “Maar als we eerlijk zijn, dan zien we dat vandaag de dag veel mensen worden buitengesloten. We hebben te lang niet willen zien dat er in Nederland discriminatie plaatsvindt.” Met de aanstelling van de NCDR heeft het kabinet gekozen voor een versterkte aanpak van discriminatie en racisme. En die is hard nodig, bleek de afgelopen maanden tijdens de 22 Townhall-sessies en meer dan 80 gesprekken. Veel betrokkenen gaven waardevolle input voor het Nationaal Programma.
Het Nationaal Programma als groeimodel
Eén ding bleek duidelijk bij al die gesprekken: de aanpak van discriminatie en racisme kan en moet beter. Maar nog niet alle ideeën die zijn opgehaald, hebben ook een plek gekregen in het Programma, vertelde Baldewsingh. “Sommige ideeën zijn nog niet rijp, in andere gevallen kost het meer tijd om ook politiek draagvlak te vinden. We zien het Nationaal Programma als een groeimodel: ook na de presentatie blijven we in gesprek met elkaar en blijven we werken aan concrete versterkingen.”
Belangrijkste uitgangspunt: de mens centraal
Baldewsingh deelde vervolgens de belangrijkste uitgangspunten voor het eerste Nationaal Programma. Zo is gekozen voor een intersectionele benadering en ontkokering voor samenhang in de aanpak. Met veel aandacht voor het erkennen van discriminatie en racisme op individueel, maatschappelijk en institutioneel niveau - ook om het in de toekomst te kunnen voorkomen - en vervolgens ook voor het leren herkennen en het belang van melden. En ten slotte voor het actief bestrijden van discriminatie en racisme, en slachtoffers daarvan bijstaan en beschermen. “De mens staat in het hele Programma nadrukkelijk centraal.”
Structurele systeemverandering is mogelijk
“De meeste mensen deugen,” gelooft Mpanzu Bamenga nog steeds - ondanks de vele voorbeelden die hij kan opsommen van momenten waarop hij sinds zijn aankomst in Nederland het nadeel van de twijfel kreeg. Hij raakte de aanwezigen met zijn indringende, maar hoopvolle bijdrage. “Structurele systeemverandering komt als diverse mensen uit verschillende sectoren elkaar verbinden, informeren, inspireren en bewegen om inclusief te handelen. Een gecoördineerde aanpak vanuit de maatschappij en overheid kan deze beweging verwezenlijken.”
Positieve reacties: “Tijd om te starten.”
Ook de ongeveer 100 aanwezigen in de zaal en online reageerden overwegend positief op de presentatie, evenals de panelleden: “Eindelijk een gecoördineerde en landelijke aanpak,” zei Moustapha El Baroudi (Omniazorg). Hanneke Felten (Movisie) sprak over het Programma als een ‘breekijzer’: “We lijken nu echt de vrijblijvendheid voorbij.” Linda Nooitmeer (NiNsee) vindt het terecht dat het plan zo veelomvattend is, want “er is uitsluiting op veel terreinen”. Lisette Tanis (RADAR) gaf aan het Programma een goede start te vinden. “Maar het is ook echt tijd om nu te starten: er is veel werk te doen.”