Het is vaak doodstil als het om moslimdiscriminatie gaat

Woensdag 20 november organiseerde ik samen met de Coördinator voor de bestrijding van anti-moslimhaat van de Europese Commissie een dialoogbijeenkomst over de explosieve stijging van moslimdiscriminatie in Europa. Dit, naar aanleiding van het EU-rapport Being Muslim in the EU dat eind oktober is verschenen. Het gaat hier om een enquête onder 10.000 moslims in meer dan 13 EU landen, afgenomen in 2021 en 2022. Uit het onderzoek blijkt dat moslimdiscriminatie in de EU toegenomen is. De resultaten van dit onderzoek corresponderen met de uitkomsten van een Nederlands onderzoek uit 2020 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Hieruit bleek dat 55 procent van de Nederlandse moslims ‘chronische discriminatie’ ervaart.

Het rapport ‘Being Muslim in the EU’ toont een grimmig en droevig beeld. Dat raakt mij. Al zou het hoogstwaarschijnlijk nog grimmiger zijn geweest, als het onderzoek dit jaar was uitgevoerd. Uit cijfers van  onder andere de adv’s weten we dat er een enorme stijging van zowel antisemitisme als moslimhaat is, vanwege de oorlog in Palestina. Het onderzoeksrapport laat zien dat racisme, discriminatie en intimidatie nog steeds een dagelijkse realiteit zijn voor veel moslims die in de EU wonen. Het is heftig om te constateren dat discriminatie van moslims in Europa, maar ook in Nederland zo genormaliseerd lijkt.

Moslims komen discriminatie tegen op bijna alle terreinen van hun leven: in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt, in de gezondheid; gewoon op straat en op de werkvloer. Vooral moslimvrouwen lijken in de frontlinie te staan van discriminatie. Zo blijkt uit het onderzoeksrapport dat vrouwen die religieuze kleding dragen meer worden geconfronteerd met discriminatie dan vrouwen die dat niet doen, vooral bij het zoeken naar werk (45% vergeleken met 31%). Dit loopt op tot 58% voor jonge vrouwen (16-24 jaar) die religieuze kleding dragen. Recent Nederlands onderzoek van de Radboud Universiteit liet al zien dat in de Nederlandse context discriminatie op de arbeidsmarkt voor moslima’s aan de orde van de dag is. Het onderzoek geeft aan dat moslima’s met een hoofddoek, in vergelijking met andere groepen vrouwen, bij sollicitaties 2 tot 7 keer minder positieve reacties krijgen.

Ook de Nederlandse jaarrapportage discriminatiecijfers 2023 toonde al een toegenomen aantal meldingen van moslimdiscriminatie. Het aantal meldingen van moslimdiscriminatie bij anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s) op grond religie stijgt de laatste jaren gestaag: van 165 in 2021, naar 230 in 2022 tot 285 meldingen in 2023. Dat maakt 71% uit van de meldingen op discriminatiegrond religie. In deze meldingen spelen uiterlijke kenmerken een grote rol, vooral als het gaat om vrouwen met een hoofddoek.

Naar aanleiding van mijn oproep als Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme in het Nationaal Programma 2022 is het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid momenteel bezig om een Nationaal Onderzoek Moslimdiscriminatie uit te voeren. Het onderzoek kijkt verdiepend naar ervaren discriminatie in verschillende maatschappelijke (sub)domeinen, door in kaart te brengen wat de aard van de discriminerende handelingen en specifieke contexten en situaties van de ervaren discriminatie zijn, om uiteindelijk te kunnen bepalen of en welke aanvullende maatregelen nodig zijn. Dit onderzoek met aanbevelingen komt zeer waarschijnlijk in het eerste kwartaal van 2025 uit. Ik ben benieuwd. In ieder geval verwacht ik naar aanleiding van het onderzoek concrete acties van het kabinet. Inmiddels hebben we tig onderzoeken gehad, zowel nationaal als nu ook in de EU. De heftige cijfers lijken op de een of andere manier geen indruk te maken. Enige urgentie voor nationale acties blijft achterwege. Ik merk geen paniek of grote afschuw als gevolg van de heftige cijfers. Dit is een bevestiging voor mij dat in Nederland én in Europa moslimdiscriminatie wellicht genormaliseerd is.

Discriminatie is onacceptabel. We moeten stoppen met het meten met twee maten richting groepen in onze samenlevingen. De Nederlandse en Europese overheden moeten stopen de islamitische burgers als veiligheidsvraagstuk te zien. Elk mens heeft een veelgelaagdheid en kan niet gereduceerd worden tot zijn uiterlijk, afkomst of religie.
We moeten discriminatie nooit normaliseren en altijd ertegen blijven bestrijden (zoals Artikel 1 van onze grondwet ons dat zo indringend oproept). Ook in tijden van polarisatie en geopolitieke problemen. Onze grondrechten, zoals verankerd in het EU Handvest Grondrechten én in onze Grondwet zijn daarin leidend. Het is een verontrustende trend dat door de toenemende polarisatie in onze Europese samenlevingen fundamentele grondrechten en vrijheden, zoals vrijheid van meningsuiting, godsdienst, en vereniging steeds meer tot punt van discussie worden gemaakt.