Townhall-sessie moslimdiscriminatie en jongeren, 29 maart 2023 Utrecht
“Praat met ons, niet over ons.” De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme organiseerde in samenwerking met de Moslim Studenten Associatie Nederland (MSA Nederland) op woensdag 29 maart 2023 in het Spoorwegmuseum in Utrecht een Townhall-sessie over moslimdiscriminatie.
Volgens onderzoek door het Sociaal en Cultureel Planbureau uit 2020 is sprake van ‘chronische discriminatie’ van moslims. Zo ervaart 55 procent van de islamitische Nederlanders regelmatig discriminatie op basis van religie en 69 procent als je de twijfelaars erbij optelt. Uit cijfers blijkt ook dat het overgrote deel van de religieus gerelateerde discriminatiemeldingen bij de politie en antidscriminatievoorzieningen moslims betreft.
Om als jonge Nederlandse moslims blijvend maatschappelijk te kunnen participeren, nu en in de toekomst, is het van fundamenteel belang dat de vrijheden en grondrechten van Nederlanders niet worden ingeperkt maar worden gerespecteerd. Het is volgens de jongeren daarom tijd voor verandering. In dit kader gingen jonge moslims uit het hele land in gesprek met elkaar en met vertegenwoordigers van de overheid, onderzoekers, en andere maatschappelijke organisaties over moslimdiscriminatie. Er werd onder andere gesproken over het ervaren van institutioneel wantrouwen vanuit de overheid, over stage discriminatie, over beeldvorming, en over de positie van moslimjongeren in Nederland nu en in de toekomst.
Het Nederland van vandaag en morgen
In twee plenaire panelgesprekken werd door verschillende sprekers gesproken over het fenomeen moslimdiscriminatie en welke stappen gewenst zijn om moslimdiscriminatie op te lossen. Het eerste panelgesprek had als doel Islamofobie als fenomeen te duiden en relevante ontwikkelingen in Nederland te bespreken. Aan dit panel namen deel Ineke van der Valk, Oumaima Hajri, Roemer van Oordt, en emeritus hoogleraar Thijl Sunier. Het tweede panelgesprek had als doel acties te formuleren over de gewenste stappen om Islamofobie tegen te gaan. Aan dit panel namen deel Assamaual Saidi, Esma Kendir, Lody van de Kamp en de NCDR, Rabin Baldewsingh.
Vervolgens gingen alle gasten in drie interactieve rondetafelgesprekken met elkaar in gesprek. De drie rondetafelgesprekken hadden de onderwerpen: Onderwijs, Arbeidsmarkt en Institutionele moslimdiscriminatie. De punten aangeleverd door de participanten tijdens de plenaire en rondetafelgesprekken vormen de basis voor een werkagenda opgesteld door de jongeren met 22 actiepunten voor het aanpakken van moslimdiscriminatie genaamd Naar een ‘Nederland van Morgen’ zonder moslimdiscriminatie en -uitsluiting. Enkele vragen die aan de orde kwamen:
1. Hoe zet u zich in om Nederland gelijkwaardiger te maken?
2. Wat is het perspectief van jonge moslims op Islamofobie?
3. Hoe kunnen we jongeren versterken in hun inzet tegen racisme en discriminatie?
(H)erken, corrigeer, en versterk
De participanten van de townhall-sessie bespraken het belang van het doen van grondig onderzoek naar moslimdiscriminatie en moslimhaat, bij de politie, veiligheidsdiensten, in de zorg, financiële instellingen, banken, de publieke sector, onderwijsinstellingen en de arbeidsmarkt. Ook benadrukte zij het belang van een overheid die waakt over de wettelijke verplichtingen die gelijke kansen stimuleert op de arbeidsmarkt, het onderwijs, en in de samenleving. Tenslotte signaleerden verschillende jongeren dat er te vaak over hen wordt gesproken en te weinig met hen. De bijeenkomst werd afgesloten met een gezamenlijk Iftar/diner.
Conclusie
De stem van de jongeren tijdens deze bijeenkomst was luid en krachtig. De generatie die rond 11 september 2001 is geboren. De 9/11 generatie die helaas niet anders weet dan dat er in Nederland een (over)verhit debat is over moslims en de Islam. Een generatie die is opgegroeid in een tijd waarin ze lezen en horen dat ze ‘een drama’ zijn, dat ze een ‘integratievraagstuk’ zijn of een ‘veiligheidsvraagstuk’. Een generatie die ziet dat zij en hun geloofsgenoten voor een groot deel van Nederland nog onbekend en daardoor onbemind zijn. Dat zij nog steeds gestereotypeerd worden en over één kam geschoren. Deze jongeren zien en horen dit, maar zeggen nu halt. Ze zijn er klaar mee om als virtuele boksbal te worden gebruikt door wie dan ook. Ze eisen hun plek op. Ze hoeven zich niet in te vechten. Ze zijn hier geboren. Ze zijn Nederlandse burgers. Ze laten zich niet uitsluiten. Ze horen hier. Punt.